Geschiedenis

“Maandag 21 maart 1983, 20.15 uur. De hamer is gevallen (de oud-germaanse equivalent van Julius Caesars beroemde leuze “alea iacta est”, de teerling is geworpen. De slag waarmee Thor zijn moker op de aardkloot slaat is een mijlpaal in de geschiedenis van alle Unitas-geologen: het Geologisch College Miölnir is geboren.”

Uit: Notulen eerste Algemene Ledenvergadering; Geologisch College Miölnir

De beginjaren

Als in 1979 het Leids Geologisch Instituut opgaat in het Geologisch Intituut van de Rijksuniversiteit Utrecht brengt dit meerdere Leidse geologen en geologiestudenten naar Utrecht. De samenvoeging van de twee instituten gaat, zoals vaker bij fusies, gepaard met de nodige argwaan.

Ontevreden over het toenmalige activiteitenniveau binnen de faculteitsvereniging besluit een aantal van oorsprong Leidse studenten lid te worden van Unitas Studiosorum Rheno-Traiectina en richt op 21 maart 1983 samen met de overige geologiestudenten binnen deze vereniging een geologisch college op. Het college vernoemt zich naar Miölnir, de hamer van Thor, de dondergod en ordeschepper in de Germaanse en Noordse mythologie. De oprichtingsdatum is niet toevallig gekozen. De eerste dag van de lente staat, net als in Noordse mythologie voor een nieuw begin en vruchtbaarheid.

De mix van Leids en Utrechts DNA binnen de mooiste vereniging van Utrecht blijkt een gouden combinatie. Verbonden door de wil om meer te maken van het studentenleven dan de faculteitsvereniging kan bieden maakt het College een vliegende start. Al in de oprichtingsvergadering worden de eerste commissies opgericht die het wapen van het nieuwe College ontwerpen, zorg gaan dragen voor een hamer en bestuurslinten en nieuwe liederen gaan toevoegen aan het van oudsher al liederlijke liedrijke geologische zangrepertoire. Of het nu onbewust of doelbewust was, uit gemakzucht of omdat ze zichzelf al bewezen hadden, bestaande tradities, meegenomen uit Leiden, worden ingepast in het nieuwe College en waar nodig aangevuld of aangepast.

Om het geologisch karakter te benadrukken organiseert het College jaarlijks eerst één en niet veel later twee korte wetenschappelijk verantwoorde geologische excursies naar het buitenland. Het College heeft zijn plek verworven in de Utrechtse geologische wereld.

Verdere groei van Miölnir

Eind tachtiger, begin negentiger jaren van de vorige eeuw maakt Miölnir, zonder ooit weg te zijn geweest, een nieuwe groeispurt door. Ondanks het feit dat de faculteitsvereniging, gevoed door meerdere actieve studenten uit de Utrechtse gezelligheidsheidsverenigingen, zich herpakt, blijven grote aantallen studenten de weg naar Miölnir vinden. Als in 1991 een bijzonder groot aantal nieuwe leden het College versterkt kan de toenmalige ab actis het niet laten om in het jaarboek van de faculteitsvereniging fijntjes te vermelden dat ongeveer 10% van de studenten op de faculteit lid is van Miölnir.

Lid worden van een studentenvereniging als geologiestudent lijkt synoniem te staan met lid worden van Unitas S.R. en Miölnir. Terwijl vergelijkbare disputen bij andere studentenverenigingen langzaamaan uit beeld verdwijnen doet Miölnir er schep bij schep bovenop. Gesterkt door het grote aantal leden dat vrijwel zonder uitzondering actief is besluit het College om de ambities naar boven bij te stellen. Naast de twee buitenlandexcursies per jaar die Miölnir organiseert en de lustrumreizen die steeds verder weg gaan, komt er een jaarlijks terugkerend symposium, allen met een sterk wetenschappelijk karakter. En alhoewel het College aan deze activiteiten zijn raison d’être ontleent, blijft de gezelligheid en de onderlinge verbondenheid voorop staan.

Binnen Unitas S.R. neemt het College een prominente plaats in. Samen met de veterinairen waarmee Miölnir in gezonde staat van animositeit verkeert, laat het zien dat studie en gezelligheid goed met elkaar te combineren valt. Leden van het college zijn vaak terug te vinden op de sociëteit, in besturen en commissies terwijl tegelijkertijd een zeer groot deel promoveert.

“… Natuurlijk kunnen alleen de Leden van dit alles genieten. Deze leden zijn allen lid van de studentenvereniging Unitas S.R. en zijn studenten in de geologie of geofysica. Ondanks deze beslotenheid heeft Miölnir ongeveer tien procent van het totaal aantal studenten van onze faculteit in zijn gelederen. Het voordeel van deze beslotenheid is dat een goede en hechte band tussen de Leden is gesmeed waarop menig ander gezelschap jaloers is …”

Uit: Momentary Gaps of Reason; UGV almanak 1991

Het millennium en verder

Miölnir wordt volwassen. Het grote aantal leden dat in het bedrijfsleven of de universitaire wereld op het vakgebied van de aardwetenschappen werkzaam is heeft een stevig fundament onder het college gelegd. De enige zichtbare verandering is dat het jaarlijkse symposium wordt ingeruild voor een lustrumsymposium. Voor de nieuwe leden van Miölnir betekent lid worden ook meteen actief worden. Niet alleen binnen het college maar ook binnen andere commissies binnen de vereniging.

Voor de overige activiteiten, zoals de organisatie van excursies, kan het College wanneer het daar behoefte aan heeft altijd terugvallen op de oud-leden. De band tussen de jongere- en ouderejaars blijkt hecht te zijn en op de excursies blijft een groot aantal deelnemers meegaan. Zo blijft het college, onder het mom van never change a winning concept, onverminderd actief.

Bronnen: Notulen Geologisch College Miölnir (diverse jaargangen); UGV almanak 1987; UGV almanak 1991; Minnaars der aarde, ver van huis en haard. Over 125 jaar geowetenschappen aan de Universiteit Utrecht.